If you can't open it, you don't own it

22 Oct 2023

If you can't open it, you don't own it 


Het is een bijna vervlogen stelregel uit de hackers beweging, maar niets is minder actueel. Product 'eigenaarschap' verschuift naar product 'dienstverlening'. Philips verkoopt geen lampen, maar licht. In dezelfde marketingstrategie gingen de voorbije jaren tal van bedrijven transformeren van product naar dienst. Deze strategie heeft als doel minder materialen en objecten te laten verloren gaan op zolders, kelders en garages en wordt dus toegejuigd door klimaatplanschrijvers. De keerzijde is echter dat dit ook heeft geleid tot de doorgedreven vermarkting en meer sociale ongelijkheid. Dure dienstverlening en afhankelijkheid van onderhoud en toegang levert niet alleen luxeproducten, maar maakt meer en meer dagdagelijkse producten exclusief voor zij die de toegang kunnen betalen. De open hardware community bekijkt het helemaal anders. Machines die modulair, aanpasbaar en low cost zijn, zijn én duurzaam én autonoom. Jesse Howard toonde met Hacking Households (link) dat dit principe zelfs mogelijk is voor ordinaire dagelijkse objecten zoals een toaster, een bureaulamp of radio. Kurt Van Houtte en Lieven Standaert bouwde een open source freesmachine (link), maar ook steeds meer commerciële successen zijn gebouwd op open hardware. De meest gekende zijn Ultimaker en Arduino

Het belang van toegang en vrijheid in het toe-eigenen van materiaal is cruciaal voor de toegankelijk maken van technologische innovatie die vandaag veelal geassocieerd wordt met  een elite groep in een gecontroleerde en gesloten labomgeving. Met andere woorden: leidt het wegwerken van obstakels in de toe-eigening van producten tot meer eigenaarschap, inspraak en betrokkenheid van de gebruiker? 
 

Open hardware als bijdrage aan een sterkere democratie. 

Ron Eglash (°1958, cybernetica, prof Michigan University) gelooft van wel. Hij omschrijft in  Appropriating Technology: Vernacular Science and Social Power (2004) drie barrieres in de popularisering van technologie:

- de reputatie van technologie als het artificiele vernietigen van het natuurlijke en dus een bedreiging voor de mens.

- het afschermen van technologie als enkel voor experten en passieve consumptie door de massa. Het opgesloten houden van zelfs ongebruikte expertise in kennisinstellingen.

- ontwerpen waarbij in het ontwerp bepaalde gebruiken of gedragingen gelimiteerd worden, bijvoorbeeld omwille van concurrentiele redenen. Denk aan de telefoonlader kabel, operation systems die bepaalde applicaties verhinderen etc.


Eglash omschrijft echter ook op treffende wijze de manier waarop oneigenlijk gebruik of beter: toe-eigenen van producten zich in drie manieren toont:


1. Herinterpretatie is de aanpassing waarbij het verhaal achter de toepassing herschreven wordt. Graffiti als daad van schending van publiek domein naar een kunstvorm in de huiskamer van de upper class. 

 

2. Adaptatie waarbij een bestaand product anders wordt gebruikt. Eglash meldt het sprekende verhaal van de Bedouin gemarginaliseerde gemeenschap in Marokko die gebruik maakte van cassette tapes voor het luisteren naar muziek en zo ontdekte dat ze deze ook konden gebruiken voor opnames. Op deze manier kwamen de Bedouin gezangen onder de aandacht buiten de woestijn en de opkomst van Bedouin popstars. Adaptatie vraagt 2 premisses: flexibiliteit van de technologie én 'schending' van het eigenlijk gebruik door de gebruiker. Het inbouwen van mogelijks ander gebruik door de designer is niet voldoende om van adaptatie te spreken. 


"The creativity required to look beyond the assumed functions of the technology and see new possibilities is a powerful force for social change, yet one that receives insufficient theoretical attention." - Ron Eglash


3. Heruitvinding : hier wordt zowel semantiek, structuur als gebruik aangepast. Bij adaptatie wordt een niet benutte functie gebruikt, bij heruitvinding worden nieuwe functies gecreeerd door structurele aanpassingen. Een goed voorbeeld zijn de 'low riders' auto's waarbij de bestaande vering van een wagen wordt 'bediend' en zo de wagen gecontroleerd in 4 richtingen kan tillen. Het was een kleine groep latino carrosiers die deze hype in de wereld brachten.


Eglash concludeert dat deze 3 manieren van toe-eigening geen hierarchie, evolutie of waardeoordeel kennen. Hij benadrukt ook dat er geen ethisch voordeel is in de toe-eigening op zich. Tot slot wijst hij op het belang van het wegnemen van de obstakels in zowel het wetgevend kader als de acties die bedrijven nemen op toe-eigening mogelijk te maken, maar ziet hij ook een rol voor onderwijs en het toegankelijk maken van technologische hulpbronnen en materlalen.

Terugkijkend op de eerder aangehaalde barrieres kunnen we concluderen :

(1) hybride structuren verenigen het natuurlijke en artificiele,

(2) community gedreven ontwikkeling stimuleert innovatie 

(3) de ontwerper en ingenieur kan toe-eigening als een volwaardig doel in het ontwerp integreren

Francesca Ostuzzi schreef haar doctoraat over open ended design en het leven van een object na het ontwerp. Stuart Brand omschrijft in How Buildings Learn hoe een gebouw tot leven komt na oplevering door de architect. Christopher Alexander ontwikkelde al in de jaren 70 met The timeless way of building en A pattern Language een kijk op stadsontwikkeling vanuit een open patronentaal die zich flexibel aanpast door gebruik en tijd.

Wil je meer weten over hoe wij in Timelab ons gebouw als open en flexibel ontwerp zien: Redefining cultural space . Of ontdek hoe de installatie in de Knotfactory (Reshaping industry) eveneens beantwoordt aan de principes van Open Hardware.

Tot slot maken we een kanttekening over het belang van een evenwicht tussen afhankelijkheid en onafhankelijkheid door toe-eigening. Onafhankelijkheid is cruciaal om kansen te creëren en nieuwe inzichten te genereren, afhankelijk is dan weer belangrijk in het consolideren en institutionaliseren van verandering. We benadrukken het belang van beide in wederkerigheid.

Het makerslab van Timelab 2021- ...

Begonnen als eerste fablab in België, groeide Timelab als organisatie, als plek, maar ook als critcal makerslab. Sinds de verhuisbeweging naar het nieuwe pand in de Kogelstraat kreeg het makerslab een andere positie in het geheel. Waar voordien het merendeel van de ruimte makerslab was, is het nu één van de labo's in een groter geheel. Desalniettemin is het makerslab verbonden met alle andere labo's. Hier denken we aan het Waterlab, De Knotfactory en De Eatery. Sinds 2021 organiseert het makerslab zich als een 'self-run' makerspace waar de community van gebruikers ook zorg draagt voor de plek en machines. Eén keer per jaar vindt hier het Fiber Fever Summercamp plaats. Sinds 2023 kiezen we er resoluut voor een critical makerspace te zijn.

 

 

22 Oct
Repairable Machines