Drie kern(voor)waarden voor procesbegeleiding

9 Jan 2024

De stad Leuven koopt in 2016 de Molens van Orshoven. Deze voormalige graanmaalderij dateert van eind 19de eeuw en is als enige overblijver van het industrieel verleden van vóór 1900 een belangrijk stukje erfgoed. De oppervlakte bedraagt 3850 m² in totaal, waarvan maakleerplek op dit moment 1200 m² gebruikt. Dankzij de steun van ESF ontwikkelt de stad kort na de aankoop een socio-cultureel programma op de site in partnerschap met enkele lokale organisaties. De stad speelt een faciliterende rol en staat in voor het gebouwbeheer en de verhuur van kantoor en -vergaderruimtes. Op het ogenblik van de aankoop wordt één deel van de site reeds gebruikt door een decorbouwer die hier zijn professionele activiteiten heeft uitgebouwd1 . Na een interne bevraging nodigt de Stad Leuven enkele organisaties uit om in een traject te stappen dat moet leiden tot de verzelfstandiging van de plek.

Enerzijds blijkt dat de Stad Leuven een potentieel ziet in het verduurzamen van de werking en anderzijds maken verschillende bureaus ontwerpstudies van de site om ze vervolgens op de markt te zetten. Een markt die bovendien records breekt op deze locatie. De stadsontwikkelingsprojecten die zich laten zien rond de vaartkom in Leuven geven een indruk van de mogelijke marktwaarde van dit stukje. Mocht het niet zijn dat 2 heel wat delen van de site onder toezicht van erfgoed staan en als gemeenschapsvoorziening bestemd zijn en hierdoor dus minder interessant zijn voor een klassieke ontwikkelaar. Desalniettemin staat de site onder druk. Alhoewel de invulling tot nu eerder als tijdelijk werd opgevat, leefde wel steeds de droom om een permanente maak- en leerplek te ontwikkelen in de molens. Miss Miyagi maakt in 2018 een haalbaarheidsstudie, Switchers maakt in 2020 een verdienmodel. Ondanks deze inspanningen blijft het project op 2 benen hinkelen. Op de markt zetten om zo de verbouwing te realiseren of ruimte maken voor een permanente invulling van de reeds bestaande tijdelijke werking? Na 4 jaren werken op de site met de verschillende spelers, neemt de Stad Leuven tenslotte het initiatief om opnieuw procesbegeleiding in te schakelen met de vraag om het dubbeltje te laten vallen. Hetzij op de ene, hetzij op de andere kant.

1. Rol van de opdrachtgever

Voorafgaand vinden verschillende gesprekken met de opdrachtgever plaats en krijgen we ook al de eerste feedback van de deelnemers. We sturen hen een verkennende vragenlijst en kunnen hiermee polsen naar met de bereidheid en openheid naar het traject. Deze is in eerste instantie laag. Zo heeft niemand behalve één persoon die niet in het traject zal stappen, maar wel ervaring heeft met Timelab, dit ingevuld. Enkele anderen doen suggesties over hoe het traject er moet uitzien of welke achtergrond voor ons belangrijk is om te weten, maar hebben geen vragenlijst ingevuld. De deelnemers hebben op dit ogenblik in het proces vooral het gevoel dat ze in een traject worden gedwongen. Velen zijn al in verschillende trajecten betrokken geweest en zien het nut van nog een traject niet. De strategie om met de eis van de eigenaar van het pand om te gaan, verschilt danig van de ene tegen de andere organisatie. Zoals wel vaker het geval is vertrekken we van een sfeer van wantrouwen. We benadrukken dat iedereen vrijwillig en vrij is om deel te nemen en dat we uit onze eigen praktijk expertise meebrengen die dicht staat bij de dagelijkse werking op de site. We ontdekken al snel dat de deelnemers elkaar toch minder goed kennen dan gedacht. Na vier jaar samen op de site te werken weten ze wel wie de ander is, maar de kennis over elkaars werking, ambities en ruimtegebruik is zeer beperkt. Dit is geen uitzonderlijke situatie en geeft al aan dat een traject net heel veel impact kan hebben. Verdere bevraging volgt. Verkennende en informele gesprekken vinden plaats met zowel de vertegenwoordigers van de organisaties als met de opdrachtgever. Met alle voorgaande onderzoek en studies die op deze plek al werden uitgevoerd kenmerkt maakleerplek 2023 zich als een ‘doorstartproject’. Dit is een unieke kans. Veelal komt een vraag voor begeleiding vanuit een overheid met een of een projectvisie, of een leegstaand gebouw. De vraag vertrekt dan vanuit een wens om invullers te vinden voor het realiseren van een reeds bepaalde strategie die aansluit bij een beleidsdomein en politieke ambitie. Hier in Leuven komt de vraag vanuit de intentie om de werking van maakleerplek als autonome organisatie te verduurzamen. Het doel is daarenboven om de Stad Leuven te ontlasten van de zorgen voor de infrastructuur. Tegelijkertijd is er overheen de voorbije jaren voldoende vertrouwen gegroeid in de ‘trekkers’ van maakleerplek. Bovendien spoort de opzet van maakleerplek met de strategische lijn van verschillende bevoegdheden gaande van samenlevingsopbouw, innovatie, stadsvernieuwing en de algemene ambitie van Leuven om in te zetten op sociale en ecologische duurzaamheid in het kader van een kandidatuur voor 2030 als Culturele Hoofdstad. Strategisch liggen de kaarten dus zeer goed. Er moet niet worden gevochten of gestreden voor het bestaansrecht van de plek of werking. In veel Vlaamse steden is een tendens ontstaan waarbij burgergroepen en socioculturele organisaties worden geacht een autonome werking in leegstaande gebouwen te realiseren. In de praktijk wordt echter van hen verwacht dat ze in staat zijn een plek te runnen vanuit een economische zelfredzaamheid die gelijk staat aan deze van een marktspeler. Eerst en vooral is dat vaak niet de ambitie van de mensen die zich in dergelijke projecten engageren, noch zijn zij hiervoor opgeleid. De infrastructuur is daarenboven vaak tijdelijk of onderhevig aan veel regelgeving. De organisaties die zich hiervoor kandidaat stellen hebben vaak zelf al een complexe sociale opdracht te vervullen. Deze vaststelling doet enerzijds vragen rijzen over de rol van de overheid op vlak van verantwoordelijkheid in het voorzien van dienstverlening voor het algemeen belang en anderzijds over het risico dat op die manier bij een groep burgers wordt gelegd.

 

2. Tijd

Tijdens de voorstellingsronde begin maart, waarbij de Stad Leuven de interventie aankondigde, was er behoorlijk wat weerstand tegenover de tijdsinvestering. Veel van de mensen aan de tafel zitten hier vrijwillig en hebben daarnaast nog hun professionele activiteiten. Dit is een begrijpelijke reactie die in dergelijke trajecten vaak voorkomt. Om te vermijden dat enkel de ‘usual suspects’ aan dergelijke trajecten deelnemen is het belangrijk hier voldoende aandacht aan te geven. We horen ook vaak de slechte ervaringen en weinig impact van voorgaande projecten als reden om huiverachtig te zijn in opnieuw tijd investeren. We stellen voor om minstens 10 volle dagen samen te werken en tussenin huiswerk mee te geven. We zullen zo ongeveer om de 2 a 3 weken ter plekke sessies houden. De tijdsinvestering afspreken, zo vroeg in het proces, waar het vertrouwen nog niet geïnstalleerd is, zorgt voor heel wat weerstand. Hetzelfde fenomeen hadden we reeds ervaren in onze trajecten bij Mariasteen en Kringwinkel Antwerpen. Het spanningsveld erkennen tussen enerzijds de behoefte om praktische afspraken bij het begin helder te hebben en anderzijds de erkenning te bieden dat er veel van de deelnemers gevraagd wordt, is een cruciaal element in de opzet van een traject. Op dat ogenblik is het zaaks als begeleider om een bondgenoot te zijn en attent te zijn voor de balans tussen geven en nemen (zie verder: Consent). Daarnaast is het van belang dat iedere deelnemer datgene krijgt waar die behoefte aan heeft. (zie verder: Otherness). We spreken af tot zover voor iedereen haalbaar is. We passen de uren aan naar namiddagen en avonden. Ook al lijkt dit een praktisch aspect van het proces, hier begint het traject. Hier ontstaat de fundering van de relatie tussen de deelnemer en de coach en krijg je als coach al heel wat inzicht in de dynamiek en voorkeuren van de verschillende deelnemers. We plannen de eerste zes sessies. Nadien spreken we de volgende drie af en tot slot, op basis van de nood, een laatste terugkomdag.

3. Bondgenootschap

De ervaring van Timelab als makerslab en motor in de stad zorgt ervoor dat we bondgenoten worden. Als coaches zijn we practitioners net als de mensen van maakleerplek. We zijn geen alwetende trainers zonder praktijkervaring. Dit vooroordeel leeft wel vaker bij deelnemers van participatietrajecten. Door het delen van concrete dagdagelijkse ervaringen met makers en andere stakeholdersgroepen groeit het begrip dat wij onze jarenlange ervaring in een methode hebben gegoten om zo onze expertise te delen. En het is die ervaring die leidt tot veel momenten van erkenning. De Stad Leuven maakt het daarenboven al snel duidelijk dat we ingeroepen zijn om de groep te begeleiden en niet om een bepaald doel voor de Stad te dienen. De mogelijkheid om ook te falen en het traject te stoppen blijft steeds aanwezig. Dit geeft de ruimte om het tempo van de groep te volgen, zelfs al is de deadline strak gezet. Niemand is verplicht en iedereen is welkom om in het traject te stappen. De groep besliste zo al snel om twee nieuwe spelers uit te nodigen. Twee mensen verlaten de groep in de eerste helft van het traject.

Wil je meer weten over dit traject of zelf een traject opstarten? Contacteer team@timelab.org

9 Jan
Remodeling Common Ground