Passementerie is de verzamelterm voor decoratieve textielproducten zoals banden, franjes, koorden en galons, die zowel manueel als machinaal vervaardigd kunnen worden.
Je vindt passement terug in interieur en mode, maar vroeger ook op rijtuigen, uniformen en liturgisch textiel. Het unieke aan passement is het samenbrengen van uiteenlopende textieltechnieken zoals koordmaken, vlechten, weven en breien. Door deze onderling te combineren, krijg je een heel breed scala aan artikelen, met ronkende namen als galons, franjes, crêtes, lézardes, effilés, embrasses en macarons.
Het is ondertussen echt wel ‘kantje boordje’ voor deze textiele nijverheidsvorm. Waar er rond 1950 in de streek van Erpe-Mere een 35 tal passement-ateliers waren, tellen we er nu nog 2 , waarvan 1 nog ambachtelijk werkt. Net daar krijgen Veerle en Helena het vak aangeleerd door Meester Moeremans, derde generatie van een passementmakersfamilie uit die streek.
Via een Meester-Leerlingtraject leren mode-ontwerper Helena De Smet (leerling) en textiele vormgever Veerle Tytgat (leerling) de technieken van het passementerie-ambacht van Michel Moeremans (meester). In een later stadium zoeken ze methoden om deze kennis door te geven en het passementerie-ambacht levend houden.
Doek vzw en Timelab vzw zijn partner in dit project