Oh, dit zijn heerlijke dagen zo voor de stad ingepalmd word door veel volk van buiten de stad, drukte en lawaai. Ja, zo lijkt het wel voor buitenstaanders. Dus mocht ik deze week weer uitleggen aan mijn collega’s waarom ik volgende week toch een beetje verlof moet nemen. Woensdagavond had ik de kans om mee te gaan op de voorbereiding van de wandeling Proef de natuur van Natuurpunt. Tijdens de feesten kan u van zondag 20 juli tot zondag 27 juli deelnemen aan wandelingen georganiseerd door Natuurpunt en Green bastards onder de noemer: proef de stad & niks is verloren. Deze wandelingen passen in Atelier De Stad en zijn gericht op het brede publiek. De plaats van de afspraak is de Vooruit (14u) en ongeveer twee uur later komt u in Baudelopark. De inschrijvingen lopen vlot (8 euro), dus er tijdig bij zijn is de boodschap.
Ik zal het maar meteen toegeven, ik kon het ook niet verbergen op de voorbereidende wandeling, ik weet niks van planten. Ik slaag er in om sanseveria’s te laten sterven. Maar dat is niet erg. Ik heb enorm veel opgestoken van de wandeling en ik besef dat er veel dingen zijn die ik misschien niet ga kunnen onthouden, maar die we wel bijzonder sympathiek overkomen.
De wandeling start in de Vooruit, meer bepaald op het terras, of eerder op de eerste etage van de constructie die voor de brandtrap is gezet. Deze eerste verdieping wordt ingenomen door de Green bastards van Onbetaalbaar. Willem Van Gucht, de tuinier vertelde ons over de planten die er gekweekt worden. Planten die het zonder onze hulp niet zouden redden, planten die soms dreigen te verdwijnen omdat ze niet passen in het economische verhaal van grote firma’s die zaden en pesticiden op de markt brengen. Ik noteerde een aantal namen zoals Apios, een knolvrucht gekweekt door indianenstammen die zich moeilijker dan onze aardappelen laat domesticeren onder andere omwille van gevoeligheid voor vorst en Wieringerbonen die uiteindelijk vanuit Amerika terug naar Europa gehaald zijn geworden. Alle materialen die gebruikt worden, potten, steun voor het ondersteunen van de planten,… zijn gerecupereerd van afval. De baxters die de plantjes voeden tonen hoe kwetsbaar ze zijn.
De belangrijkste redenen voor een dergelijk initiatief zijn het verhogen van de biodiversiteit en het bewaren van de verscheidenheid aan planten. Alle zaden zijn afkomstig van kwekerijen in het Gentse en ook particulieren worden aangemoedigd om mee te doen. Na het zadenfestival van vorig jaar plannen ze dit jaar een transitiedag begin oktober in de Vooruit waar je de groenten ook kan proeven. De oogst van het terras is beperkt maar er wordt ook op grotere schaal gekweekt om dit mogelijk te maken. Iets om alvast in de gaten te houden.
Daarna trokken we de stad in. Niet eens zo heel ver van de Vooruit toonde Geert Heyneman, stadsecoloog en gids, ons de verschillende planten. Ik leerde het verschil tussen inheemse planten, ingeburgerde planten en exoten. Planten die we dagdagelijks gebruiken zoals aardappelen en tomaten zijn geen inheemse planten, maar zijn volledig ingeburgerd zodat niemand ze nog in vraag stelt. Dit is niet het geval bij andere uitheemse planten die soms zelfs als aggressief worden beschouwd. Heyneman toonde ook dat het niet altijd zo zwart-wit is. Exoten worden als invasief beschouwd wanneer ze de volksgezondheid in gevaar brengen of de biodiversiteit aantasten. De Stad Gent heeft een lijst aangelegd van planten die ze niet langer gaan planten zodat ze zich niet verder kunnen verspreiden. Daarnaast is het soms ook noodzakelijk om bepaalde planten- en diersoorten te gaan bestrijden, ze hebben geen natuurlijke vijanden en richten te veel schade aan de biodiversiteit aan om ongemoeid te laten. Ook dit is een moeilijke kwestie. Als de stad duiven vangt om overlast tegen te gaan, kunnen deze dan geconsummeerd worden? Wat met de Canadese ganzen die in Bourgoyen neerstrijken? In Amerika en Canada wordt er op gejaagd maar hier zijn er geen natuurlijke vijanden.
“Als je weet wat je ermee kan doen en hoe lekker het is, dan hoef je het niet ver te zoeken,” Geert Heyneman zou het meerdere malen herhalen tewijl hij op allerlei planten wees. Planten die ik meestal voorbij loop, planten die in de straatstenen groeien, planten in riolen, keldergaten, in plantsoenen, planten waar we op vloeken als ze hardnekkig in onze stadstuin blijven opduiken,… Ik had al eens gehoord van paardenbloemen in de sla, brandnetelsoep enzo, maar het lijstje werd serieus uitgebreid. Zijn enthousiasme is meer dan aanstekelijk, dus kwam ik thuis met een takje kleine varkenskers en de boodschap dat je daar pesto van kan maken. Ik moet zeggen, het enthousiasme was niet meteen wederkerig.
Naast de culinaire tips leerde ik ook veel bij over de planten in de stad. Weet je dat de biodiversiteit het grootst is in de stad? Dat vele bosrand- en akkerplanten uitwijken naar de stad en hier een nieuwe thuis vinden? In Gent blijken redelijk wat varens te groeien, bv op de muren aan Portus Ganda. We zagen ook bosaardbeien gewoon op de stoep. Sommige planten komen uit tuinen, van andere worden de zaden meegedragen door dieren. De temperatuur in de stad is gemiddeld zo’n vijf graden hoger waardoor ze hier redelijk goed gedijen.
Op het einde van de wandeling kregen we een glaasje ginderella, Gentse gin, gemaakt door Geert Heyneman met drie exoten, drie soorten die als onkruid beschouwd worden en drie klassiekers. Allemaal afkomstig uit Gent. En lekker. Binnenkort te verkrijgen via Timelab en Geert zelf. Op de Gentse feesten kan je ook terecht in de delicatessenbar. Wie de wandeling mee doet krijgt in het Baudelopark een voorproefje van die invasieve planten.
Gent Blogt
Patricia Vroman
Juli 2014